zondag 4 januari 2009

Beter

Het waren twee fantastische weken. Werkelijk fantastisch. Beter dan ooit. Het is zondag 4 januari. De derde kuur was zwaarder dan één en twee. Ik voelde me zieker dan ooit, de dagen duurden lang, de nachten duurden lang. Kuur drie was zwaar en duurde lang. En toch, toch gingen de dagen voorbij. Af en toe las ik de reacties op mijn blog, kreeg ik een smsje, checkte Roof de mail en las ze me voor. Ik lag veel op bed en kon alleen maar hopen dat het snel beter ging. Roof bracht me stukken eierkoek, maar ik wilde niet. Roof perste sinaasappels, maar ik wilde niet. Ik wilde een bolus, maar toen ze die eenmaal had gehaald wilde ik ook die niet. Ik wilde niets, alleen maar dat de dagen voorbij gingen. Niet eten, niet praten, niet lachen. Kuur drie was zwaar.

Tijdens zo'n week sluit ik me af van de wereld. Roof neemt de telefoon op. Roof doet de deur open. Roof leest de mail voor. Ik sms alleen naar Iels. En Iels naar mij. "Hoe is het bij jou?" "Slecht, ik lig op bed en kan wel kotsen". "Ik ook, hoop dat het gauw morgen is". En als het dan morgen is sms-sen we weer. "En nu?" "Nog steeds shit, heb wel gedoucht, maar zelfs dat was te veel. Lig nu naar een stuk peperkoek te staren, en jij?" "Ook nog niks, heb extra pil geslikt tegen misselijkheid". Tussen de smsjes en de slaapjes door komt Roof regelmatig even naar me kijken. Geeft me een aai en een knipoog en blijft net zo lang naast me zitten totdat ik een stukje geschilde appel opeet. Zo'n week duurt lang, te lang, maar toch, toch komt er tot nu toe nog steeds een einde aan. Langzaam kruip ik steeds uit het chemodal, langzaam worden de sms-jes wat vrolijker en komen er teksten op het scherm waarin het woord beter, opknap, herstel en de oude voorkomen. Ik denk dan vaak aan al die mensen die weten dat het niet meer voorbij gaat. Die weten dat de kanker hen eronder heeft gekregen, die weten dat ze verloren hebben. Bij mij gaat het over, dus waar zeur ik over.........

Het is zondag 4 januari. Ik luister naar Blöf. De open haard brandt. Sam en Fitz in de buurt, Roof onder de zonnebank. Morgen zit haar vakantie erop. Morgen krijg ik kuur vier. Morgen is alles anders. Ik zie op tegen morgen, ik zie op tegen morgen en overmorgen en overovermorgen.......
maar ik weet dat het over gaat en dat er volgende week een dag komt waarop ik denk "ik voel me beter".

Het is zondag 4 januari. Vanochtend liepen Roof en ik samen met Henk en Marleen door Oranjezon. In alle vroegte, in alle rust. Zoekend naar herten. Het voelde heerlijk, het voelde vrij. Het voelde vertrouwd. Af en toe kletsten we, af en toe werden er foto's gemaakt. Af en toe keek ik naar Roof en zag hoe ze genoot. Af en toe keek ik naar Roof en beleefde ik de afgelopen twee weken opnieuw. Twee fantastische weken.
Ik voelde mezelf steeds beter worden, Roof had vakantie. We deden boodschappen voor de kerst. Normaal zijn kerstboodschappen niet leuk. Het is druk, je moet in een rij staan en soms is er net iets op dat nodig is voor dat ene receptje. Kerst is niet altijd leuk, kerst komt niet altijd uit. Vaak zijn we vrij, Roof sowieso. En als we vrij zijn willen we niets moeten. Maar deze Kerst was alles anders. Deze Kerst was een feest, want ik kon om boodschappen, ik kon in de rij staan en oké de basilicum was op, maar ach wat, er zijn ergere dingen. Deze kerst was fantastisch.

Bij de Roovers was het gourmetten. Met z'n zeventienen aan één tafel. Bij de Roovers vieren ze kerst, zoals je dat ziet in die gezellige films. Samen aan één tafel. Kinderen die knoeien, een hond die rondsnuffelt en stukjes vlees oppikt, kadootjes onder de kerstboom. Lachende gezichten, genietende ouders, een knipoog. Tussen de drukte door lag ik af en toe op de bank. Ik had mijn pruiken meegenomen. Roof's neefjes en nichtjes liepen er mee op. Hen stonden ze wel. De afwas ging zoals het altijd gaat bij de Roovers. Alle Roovers aan tafel, lachen, verhalen van vroeger, nog harder lachen. De afwas wordt standaard gedaan door "de koude kant". De Roovers zeggen bij zoveel in het huishouden: "Dat kan morgen ook". De koude kant stond dus in de keuken, maar genoot ondertussen van de lachende gezichten. Het was nog maar kerstavond, kerst 2008 kon al niet meer kapot.

Kerstavond, traditiegetrouw de stapavond bij uitstek. Ik wilde zo graag. Even sfeer proeven, even genieten van al die feestende mensen. Roof was moe, maar zwager en schoonzus M namen me mee, tussenin, door de deinende massa naar ons stekkie helemaal achterin bij Bommel. Zomaar een uurtje, maar ik was er. Zomaar een uurtje, maar wel "And so this is Christmas", zomaar een uurtje, en gedanst met Agnes. Kerstavond, heerlijk. Een zwetende massa, ik met een wollen muts op en mijn gewei. Mensen dachten dat ik gek was geworden, de meeste hadden luchtige, mouwloze topjes aan. Ik was niet gek, ik had kanker, maar genoot wel van kerstnacht.

Grote zus en zwager sportmaat hadden en brunch voorbereid voor eerste kerstdag. Het blijft gek, kerst zonder ouders. Gelukkig hebben we elkaar. Kerst met de Vogeltjes wordt altijd gevierd met een lach en een traan. Acht jaar geleden was mijn moeder erg ziek, we wisten dat het haar laatste Kerst zou zijn, onze laatste kerst samen, als gezin. Twee jaar geleden was het de laatste kerst met mijn vader, alleen dat wisten we niet. Hij is zomaar weggevlogen, maar altijd zijn ze dichtbij, zeker met kerst. En zeker dit jaar, niet alleen omdat mijn kale koppie extra herinnert aan onze sterke moeder, maar vooral omdat mijn broer een bijzonder kado voor ons had. Zalig kerstfeest.......
's Avonds zaten we met z'n tweetjes aan een Kerstdiner. Roof en ik. Ontspannen. Lekker. Fantastisch.

Op tweede kerstdag liepen broer en zwager sportmaat samen de kerstloop. Roof en ik fietsten er op ons gemakje naar toe. Naar Dishoek, mijn Dishoek. Mijn Dishoek waar ik tot vier maanden geleden twee keer per week mijn fiets stalde om een rondje te lopen. Strand, duinen en bos en na afloop altijd een bakje koffie in Duinlust. Bij de finish stond Roof aan te moedigen en te klappen. Ze had niet in de gaten dat ik onder luifel een traantje weg pinkte. Honderden lopers in mijn Dishoek en ik stond aan de kant. De koffie smaakte een stuk minder lekker.
's Avonds gingen we voor het eerst met Kerst "uit eten". Kerst in De Tropen met zwager en schoonzus M. Ontspannen. Lekker. Fantastisch.


Ik voelde me fit, ik voelde me goed. We genoten van de dagen. We waren ontspannen. We ontbeten uitgebreid, deden uren over de PZC, wandelden, fietsten, alles op het gemakje. We waren klaar voor 2009. Ik bakte oliebollen, Roof maakte salades. Vier maanden geleden zaten we met z'n achten in Italië. Vier maanden geleden wisten zes van de acht niet wat Roof en mij de hele dag bezig hield in het warme Italië. Zij wisten niets van BarbaBella, alleen wij wisten het. Barbabella zou toch niets zijn, waarom zouden we onze lieve familie en vrienden ongerust maken om niets. Vier maanden geleden zaten we samen in Italië en leek er niets aan de hand. Nu zaten we alle acht bij ons thuis. Buiten was het koud, zo koud dat ik mijn pet de hele avond op hield. Om twaalf uur waren er tranen. Die zijn er eigenlijk altijd als de klok twaalf uur slaat, maar dit jaar waren ze anders, waren ze onzeker. Gelukkig nieuwjaar Roof, gelukkig nieuwjaar lieve familie en vrienden.


De volgende dag zaten we in Bommel. Nieuwjaarsreceptie. Ook een traditie. Samen met alle Bommelgangers proosten op het nieuwe jaar. Gelukkig nieuwjaar Bommel.

Veel mensen vroegen wanneer ik weer moest, of ik maandag weer een chemo kreeg. "Ja, maandag moet ik weer". Ik dacht aan maandag, aan de prik, het infuus, de zakken en het ijs. Ik dacht aan Iels. Maandag zouden we weer naast elkaar zitten, zij voor no. 5, ik voor no. 4. Zij is aan het aftellen, ik bijna. Ik zat op een kruk in Bommel en er vielen tranen. Ineens was ik moe, ineens was ik op. Ik realiseerde me dat er twee fantastische weken voorbij waren, dat het snel maandag zou zijn. Ik zag een flesje spa blauw en moest bijna spugen. Water, bah. Vanaf maandag moet ik weer veel water drinken, veel medicijnen wegslikken om de bijverschijnselen zoveel mogelijk tegen te gaan. Ik heb een hekel aan water, aan ijsblokjes, aan de geur van water, aan raketten. Ik zat op mijn kruk en Roof zag hoe ik wegzakte. We gingen vroeg naar huis. 's Avonds liet ik mijn tranen de vrije loop. Ze waren voorbij, de fantastische weken. Met mijn groene muts, mijn nog dikkere lichaam en mijn platte borst viel ik huilend tegen Roof aan in slaap. 's Ochtends was er gelukkig weer een lach. Roof keek me om zeven uur slaperig aan en zei: "Waar is je muts?" Ze miste hem, hij lag op de grond. Zonder groene muts ben ik haar Bird niet meer. Hoe gek kan het lopen.


Die ochtend werd er meer gelachen. We moesten weer bloed prikken. Iels was er ook. En met Iels is het altijd lachen. Al ging het ons aan het begin van de kuren iets beter af. Allebei zien we er tegenop. Tegen maandag. Allebei weten we wat ons te wachten staat. Dat maakt de lach iets minder hard. Dokter Leon wachtte ons op. De uitslagen waren niet verontrustend. Een beetje laag HB, maar dat mag de pret niet drukken. Mijn bloed is goedgekeurd voor kuur vier. In de wachtkamer is het iedere keer een samenkomst van kankerpatiënten die de maandag erop weer moeten. Het schept een band. We kennen elkaar inmiddels. Wisselen ervaringen uit. We worden steeds losser. We praatten over alles wat we voelen. Zelfs over ons libido, dat blijkt af te nemen. Afgelopen keer troffen we elkaar weer. De één met een borstbesparende operatie, de ander met een borstamputatie en teglijkertijd een reconstructie en ik met de amputatie. Afgelopen vrijdag was het zo dol dat we in toiletten onze borsten vergeleken. Ik kwam er maar bekaaid vanaf. Ik had als enige niets meer. En toch kon ik erom lachen, net als Dr. Leon, die even dacht dat hij ons de verkeerde medicijnen had gegeven, omdat zijn patiënten wel hele rare dingen deden.


Morgenochtend is het nieuwjaarsreceptie op mijn werk. Dat is nooit mijn favoriet, niet omdat ik al mijn collega's geen goed jaar wil wensen, maar gewoon, omdat honderdvijftig handen schudden niet mijn hobby is en dan nog maar niet te spreken over het kussen. Kus ik wel of kus ik niet. En als ik hem kus, moet ik hem ook kussen. Morgen is het nieuwjaarsreceptie en drinkt iedereen samen koffie. Morgen houdt onze directeur een toespraak. Morgen blikt hij terug op het afgelopen jaar en kijkt hij vooruit. Morgen heerst er een saamhorigheidsgevoel, morgen gaan ze er met z'n allen voor.
Kon ik er maar bij zijn. Kon ik iedereen maar even persoonlijk bedanken voor alle kaarten, mails, sms-sen, bloemen en reacties. Kon ik maar honderdvijftig handen schudden, kon ik iedereen maar even zien, kon ik maar even dat gevoel hebben dat ik er ook voor ga, voor de dingen die de directeur gaat zeggen. Kon ik maar weer klieren en bij de veel vrouwelijke collega's zeggen: "eindelijk mag ik je weer eens zoenen", kon ik maar klappen als de afdeling van het jaar bekend wordt gemaakt.


Morgenochtend is het nieuwjaarsreceptie maar ik ben bij fysio Von. De functionaliteit van mijn arm is bijna helemaal terug. Dat gaat goed. Het gaat minder goed met mijn borst die er niet meer zit. Het zicht..... het lijkt op een maanlandschap. Geen fraai zicht. Ik had het zelf moeten masseren, maar heb het nooit gedaan. De plek waar BarbaBella zat, waar mijn borst zat, is lelijk, is verkleefd, is hard, is stug. Fysio Von masseert morgen mijn borst. Duwt met haar duimen het litteken uit elkaar, smeert er zalf op, plakt er tape op. Het helpt. Het masseren is een vreselijk gevoel maar het helpt.

Morgenochtend ben ik gespannen. Morgenochtend weet ik dat het om 13.00 uur weer gaat gebeuren. Weet ik dat zuster Dennis weer een infuus prikt, de zakken aankoppelt en samen met mij, Roof, Iels, John en al die andere patiënten wacht totdat alle vloeistoffen door de aderen zijn opgenomen. Morgenochtend weet ik dat ik weer ijs moet eten, raketten, het liefst twee. Ik weet dat ik dan weer een hele week geen warme dingen mag drinken, geen warm eten mag. Ik weet dat ik sowieso geen zin heb in eten, dat ik ziek word, dat mijn wenkbrauwen en wimpers misschien ook gaan uitvallen. Nog nooit heb ik zo naar onze nieuwjaarsreceptie verlangd, om er zelf bij te kunnen zijn dan nu. Nog nooit. Gelukkig nieuwjaar collega's, gelukkig nieuwjaar.


Nog drie weken, dan loop ik weer in Oranjezon, nog drie weken en ook ik kan gaan aftellen.
Ik wens iedereen een beter jaar, beter dan ooit,
Bird