dinsdag 28 oktober 2008

Veranderd

Het is dinsdag 28 oktober. De euforie van de goede uitslag maakt plaats voor een gezonde spanning. De chemokuren komen eraan.
De afgelopen week was er één met vreugde en met verdriet. De afgelopen week....... :

Het begon met biertjes in Bommel. Proosten op de goede uitslag. De eerste smaakte goed,
de tweede nog beter en bij de derde wist ik: Dit is de laatste!
Het hele weekend was iedereen blij. De goede uitslag betekende opnieuw bloemen.
De eerdere kaartjes die aan de bossen hingen met de bekende beterschapswens maakten plaats voor: Gefeliciteerd!
Iedereen was blij. Een goede uitslag. Roof glunderde. Ik een beetje.
Het was een heerlijk weekend, waarin ik regelmatig op de bank lag van vermoeidheid en met een vervelende pijn die ik niet kon thuisbrengen. En toch waren we blij.

De pijn zorgde ervoor dat Dr. TT opgebeld werd. Ik mocht meteen komen. Met ontbloot bovenlichaam wachtten we in zijn kamertje. Hij voelde, hij keek. Ik keek.
Ik keek hoe hij voelde, maar ik voelde niets. De plek waar mijn borst heeft gezeten,
de plek die nu plat is, is totaal gevoelloos. Evenals een groot gedeelte van mijn arm.
Ik hoorde het woord zenuwpijn. Zag dat Roof een recept kreeg en droogde snel mijn tranen af. Ondanks dat ik slechts een kleine B heb lijkt de plek groot.
Ik heb dus pijn, maar tegelijkertijd voel ik niets als het aangeraakt wordt.
Mijn eigen hand werd erop gelegd. Zuster Juut was er nu ook bij. Ze bracht mijn eigen hand naar de borst die er niet meer zit, ik zag mijn vijf vingers op mijn eigen huid liggen, maar voelde het niet. Weer een traan.
Niet omdat ik mijn borst miste, maar omdat het voelt als dood.

Dr. TT en Zuster Juut vertelden erover. Dat het kan terugkomen, dat gevoel, maar dat het ook weg kan blijven. Ze vertelden over de medicijnen. Ondertussen wist ik zeker dat ik in de categorie vrouwen viel waar het niet terugkomt.
Ondanks die gedachte liepen Roof en ik opgewekt het ziekenhuis uit. De medicijnen zouden vast helpen tegen die verrekte zenuwpijn.

Twee dagen later waren we terug in Ziekenhuis Walcheren. Niet voor de pijn.
Die was inmiddels wat afgenomen. En of dat nu komt door de twee kleine pillen die ik dagelijks braaf slik of doordat fysio Von mij wekelijks masseert en er pleisters op plakt die ze zelf frieten noemt........ weet ik niet. Ik weet wel dat Von mij goed heeft uitgelegd hoe het kan,
die pijnen en vooral hoe ik door te oefenen er minder last van kan hebben.

Twee dagen later zaten we tegenover Dokter Leon. Ik kende hem nog van vroeger. Hij was de behandelend arts van mijn moeder. Ze was altijd lyrisch over hem. Nu zaten Roof en ik tegenover Dokter Leon.
Dokter Leon begroette ons. Hij wist dat ik een Vogeltje was. Hij vertelde over mijn moeder. Over haar kuren en over de mijne. Roof luisterde, ik luisterde. Ik begreep mijn moeder: Dokter Leon was een goed arts en een fijne man.
Hij legde alles uit over de kuren. Het werden er zes en hij noemde de naam van FEC. Hij schoof een recept naar me toe. Ik zag vijf verschillende pillen staan. Hij legde de werking uit.
De eerste twee op het lijstje zijn belangrijk, zo zei hij. Mijn concentratie begon af te nemen.
Naast me zag ik Roof aandachtig luisteren en instemmend knikken.
Ik hoorde het woord: Braakcentrum.
De eerste twee medicijnen zouden mijn braakcentrum in de hersenen stilleggen.
Roof voelde het al aankomen, gaf me nog een lichte schop, maar kon niet voorkomen dat ik hardop ging nadenken:
"Dokter sinds ik weet dat ik kanker heb eet ik iedere dag taart, chocola en chips. Daarnaast kan ik niet meer sporten, dus dokter, die pillen slik ik liever niet, want tijdens de chemokuren zou ik graag wat willen afvallen". Ik voelde Roof door haar stoel zakken en zag de lach om de mond van Dokter Leon nu serieus worden: "Je mag tijdens de chemokuren alles, behalve afvallen".

Hij vervolgde zijn uitleg. Van de derde pil op het lijstje zou ik een iets dikker hoofd kunnen krijgen. Ik durfde niets meer te zeggen, maar dacht vanalles. Hij legde nog meer uit.
Niet alleen de chemokuren kwamen langs, maar ook het vehaal van de erfelijkheid.
Roof stelde de vragen en ik keek rond. Mijn aandacht werd gewekt door een nespressoapparaat. En weer kon ik mijn gedachten niet voor me houden:
"Ik wil ook graag een Nespressoapparaat........... bevalt het u?"
Dokter Leon lachtte: "Wat een onverwachte vraag, maar wel een leuke, want normaal praat ik in deze kamer alleen over kanker".
We kregen een korte uitleg over het apparaat die werd gevolgd door het opvragen van mijn gewicht en lengte. Ik wees de dokter op zijn beroepsgeheim.
Hij ging met de enorme aantallen aan de slag en meldde dat ik twee vierkante meter ben.
Dat had hij nodig om de hoeveelheid chemo te bepalen.
Twee vierkante meter vond ik niet zoveel klinken.
Lachend namen we afscheid.

Zijn secetaresse, Car, ontving ons. Ik herkende haar meteen van de vele malen dat ik met mijn moeder in hetzelfde kleine kamertje had gestaan om een nieuwe afspraak voor haar te maken. Ik vergat even waarom we tegenover Car stonden en de ruimte vulde zicht met vertrouwde verhalen van toen. Car vertelde over mijn moeder. Ik glunderde. Mijn moeder...... wat mis ik ze. Car belde met de chemokamer, keek op haar beeldscherm en noemde maandag 3 november. Roof en ik keken elkaar aan. Maandag 3 november. Prima.
"Maandag 3 november 13.00 uur, stoel 1" stond er op mijn afsprakenkaartje.
Geweldig, stoel 1. Het voelde als loge in de stadsschouwburg.

Car deed haar headset weer op en hielp een volgende patiënt aan een chemo. Wij mochten doorlopen naar Oost 4. Daar zouden we van zuster Dennis uitleg krijgen over alles wat te maken heeft met chemo.

Zuster Dennis en ik hebben jaren lief en leed gedeeld. Het was dus best even vreemd toen we tegenover haar plaatsnamen, koffie kregen en luisterden naar de informatie rond 6 maal FEC.
In een uur legde ze proffesioneel uit wat mij te wachten stond. Ze legde uit waar de letters FEC voor staan, vertelde alles over bloedlichaampjes en cellen. Refereerde daarbij aan de biologielessen van vroeger en wist dat ze dit gedeelte alleen met Roof kon delen.
Ik had weliswaar Biologie gehad, maar zoals bij zoveel lessen, naar buiten zitten staren. Het enige wat me bijstaat is de naam van de leraar, de opgezette dieren en de dingen op sterk water. Biologie was niets voor mij.
Ik hoorde iets over kankercellen. Dat ze snel-delend zijn. Dat de chemokuur die cellen dood, maar dat ook gezonde cellen niet gespaard blijven. Haarcellen zijn snel-delend.

Zuster Dennis noemde één voor één de bijwerkingen die de drie zakken gif konden veroorzaken. Van verstopping tot mondontsteking. Van misselijk tot moe. Kaal en gekleurde plas.
Ze vroeg zelfs wie bij ons het toilet schoonmaakte.
Wat een rare vraag, maar niets is minder waar. Alles wat uit mij komt is de eerste dagen ook gif en moet met handschoenen aangepakt worden. Wederom kon ik een lach niet onderdrukken. Roof weet sinds een week waar de Jif staat.
Binnenkort dus in ons theater: Roof met gele handschoenen aan.

Zuster Dennis wist gelukkig bij iedere aandoening een middeltje dat zou helpen.
Roof maakte aantekeningen. Tussen alle ellende door had zuster Dennis ook een goed bericht: "Eet veel tussendoortjes". Nu ik wist dat afvallen uit den boze was leek me dat een mooi vooruitzicht.
Maandag 3 november zou ze mij om 13.00 uur een infuus inbrengen. Via het infuus krijg ik eerst medicijnen, dan drie zakken gif en dan mag ik naar huis. Of ik bijwerkingen zal krijgen is niet zeker. De enige garantie die ik krijg is het uitvallen van mijn haar.
Tussen 20 en 24 november zal ik kaal zijn.
Tot maandag, zuster Dennis.

Tijdens de afdaling van de ziekenhuistrappen dacht ik aan alle keren dat ik met Zuster Dennis aan de bar had gezeten. Na de nodige biertjes pakte ze vaak mijn hand, tikte er op en zei:
"Wat heb je toch mooie aderen om in te prikken".........
Tot maandag 3 november zuster Dennis, sla je slag!

Ik heb genoeg tijd gehad om na te denken over hoe ik met kaal worden om zal gaan.
Een pruikje heeft niet mijn voorkeur, maar kan in sommige gevallen makkelijk zijn.
Al is het alleen maar om te voorkomen dat de nichtjes en neefjes van Roof niet op mijn schoot durven te zitten. Een pruik met lang haar wordt afgeraden.
En voor het bestellen van een pruikje moet bekend zijn hoe je haar zit als het kort is.

Zaterdag zat ik na sluitingstijd bij mijn kapper. Caro knipte mijn lange haren kort.
Roof haalde me op. Uitteraard vond zij het prachtig. Met een zonnebril op en een gebogen hoofd liep ik naar huis. Na 40 jaar weer een kort koppie voelde toen vreemd, maar is inmiddels wat meer gewend. Over vier weken ben ik kaal. Het zal met plukken tegelijk uitvallen. Als het nodig is zal Caro me scheren en wordt het nog korter. Zaterdag vond ik alles rond mijn haar een gek idee, maar inmiddels ben ik gewend en ben zelfs niet meer bang voor de tondeuse.
Als dat het ergste is.....

Afgelopen maandag hadden we opnieuw een afspraak met Dr. TT. Voorlopig de laatste.
Een klein kadootje vond ik op z'n plaats. Ik kocht een pot. Een pot, dat vond ik wel toepasselijk. Het deksel had de vorm van mijn borst, zelfs de tepel leek evengroot. Een roze strik met gemeende woorden sierden het geheel. Een pot vol met Marsjes, want Mars doet goed bij alles wat je doet. En Dr. TT, u bent goed.
De wond zag er goed uit. De wond wel......

Afgelopen week was een week met vreugde en verdriet.
Vreugde omdat we bij een lieve oom en tante heerlijk Indisch mochten eten. Het smaakte als vroeger. Vreugde omdat diezelfde oom en tante hun 50-jarig huwelijk vierden met een heerlijk feestje. Vreugde omdat Ajax won en PSV en Feyenoord punten lieten liggen. Vreugde omdat ik vandaag voor het eerst op de fiets zat. Vreugde, nog steeds, door de goede uitslag.
Verdriet, omdat we goed beseffen dat er nog een moeilijke tijd komt. Verdriet omdat op 23 oktober een bijzondere vrouw overleed. Verdriet ook omdat 23 oktober al 9 jaar een dag is van verdriet en het gemis van Colette extra aanwezig is.
Verdriet om de pijn en verdriet dat mijn haar eraf ging.

Afgelopen week was er één met vreugde en verdriet.
De afgelopen week luisterde ik regelmatig naar het nummer Oktober.
Bizar toch dat mijn favoriete Blof het zo mooi weet te verwoorden:
"En we zijn alweer veranderd, niet ten goede of ten kwade. Maar veranderd niettemin.
In oktober. Oktober is de wreedste maand oktober"
Veranderd ben ik in oktober. Eerst een borst eraf en nu ook mijn lange haren.
Op naar november,
Bird

vrijdag 17 oktober 2008

Wat een mooie dag....

Het is vrijdag 17 oktober. We zijn net terug uit het ziekenhuis. We hebben de uitslag van de operatie gekregen. De uitslag is goed.
Vrijdag 17 oktober, een prachtdag, een heerlijke dag, een mooie dag, een schone dag:

De hele week waren we gespannen. Roof vertrok dagelijks naar Provincie Zeeland. Ik bleef achter in ons grote bed. Opstaan was het moeilijkst. Niet omdat ik geen zin had in de dag, het had met pijn te maken. Overeind komen betekende een rare pijn die ik niet thuis kon brengen. Eenmaal onder de douche stroomde het water dat vervelende gevoel langzaam weg. Ondanks dat BarbaBella, inclusief de volledige borst eraf was, bleef ik die vreemde steken houden. Roof schreef het op haar briefje met vragen voor Dr. TT.

Mijn dagen zagen er de hele week hetzelfde uit.
Normaal sponsoren we AH, maar deze week liep ik dagelijks naar de groentehal in de Langeviele. Met mijn Oranje Middelburgtas moeten ze vast gedacht hebben dat ik een nieuwe inwoner ben. "Een fles verse sju en verse groente alstublieft". Een afstand van misschien één kilometer, maar het was meer dan genoeg. Ik maakte me er zorgen over. Mensen die kanker hebben zijn moe. En ik was moe. Volgens Roof kwam het door de narcose. Nog geen week geleden was ik drieënhalf uur onder narcose geweest, gevolgd door een morfineshot. Ik had een behoorlijke ingreep gehad, dus geen wonder. Kon Roof wel zeggen, maar zij voelde mijn moeheid niet. Was dit het gevoel wat mijn lieve vriendin Colette had moeten ervaren? Was dit de vermoeidheid die mijn moeder verdroeg? En dan zat ik nog maar in het beginstadium. Dr. TT had gezegd: Niet zelf de uitslag gaan invullen.
Ik merkte dat mijn positieve instelling een klein tikje kreeg, maar liet het niemand merken.

Er kwam visite, er werd koffie gedronken, appeltaart gegeten. Er kwam nog meer visite, er werd bier geschonken, jonge jenever, een rode martini voor Roof en voor mij een verse sju. Er bleven kaarten komen, mailtjes, smsjes. Het deed ons allemaal verschrikkelijk goed. De reacties op mijn blog. Ongelofelijk mooi en bijzonder. Vrijdag kwam steeds dichterbij. En geloof het of niet. We raakten steeds meer ontspannen. Roof had een goed gevoel. Ik voelde me rustig. We waren helemaal klaar voor vrijdag. Kom maar op...........

Om vijf voor elf liepen we hand in hand de draaideur door en volgden we inmiddels blindelings route 23 naar afdeling chirurgie. Mensen in rolstoelen, huilende kinderen, assistentes die heen en weer liepen, mensen die een afspraak maakten. Roof was wat gespannen, ik vreemd genoeg niet. Rustig bladerde ik door eenVT Wonen. Om precies half twaalf kwam Dr. TT ons zelf halen. Was dat een goed teken of niet............
Hij droeg nog steeds een Pink Ribbon op z'n witte doktersjas. Hij gaf ons een hand, we mochten gaan zitten. Hij wilde weten hoe het ging en vroeg of ik gespannen was. Ik keek naar Roof, lachte een beetje, zei dat het eigenlijk wel ging en zag bij haar een traan opkomen.
Dr. TT vertelde dat de operatie van de klierschijf, waarmee een borst toch ineens een heel ander iets lijkt te zijn, goed was gelukt. De tumor was exact 2,5 cm. Hij had hem met een goede marge aan schoon snijvlak keurig kunnen verwijderen. Dat was de eerste opluchting, maar nu graag de belangrijkste. "En dan nu de klier..... "
In een fractie van een paar seconden wist ik zeker dat hij ging zeggen: "Maar de klier is helaas niet schoon"....
Dr. TT keek naar zijn papieren, keek in zijn computer. Ik zag M.J. Vogel, 13-09-1968 oplichten. Dr. TT keek eerst naar Roof toen naar mij en zei: "De klier is schoon".

In mijn hoofd herhaalde die zin zich een paar keer: De klier is schoon, de klier is schoon.......
Bij Roof rolden er nu tranen over haar wangen. Ik ademde diep in en slaakte een zucht van opluchting: "Eindelijk goed nieuws", zei Dr. TT. Eindelijk goed nieuws.
Ik keek naar boven. Dacht aan mijn ouders. Ik mis ze iedere dag, maar sinds de diagnose borstkanker ben ik blij dat ze dit niet mee hoeven te maken.
Ik keek naar boven, deed heel even mijn ogen dicht en zag een stralende lach van beiden.

Dr. TT vertelde verder. Over de chemokuren die te wachten staan, over de kundigheid van zijn collega, over de moeilijke periode die gaat komen, over de hormoonpillen en de heftige overgang die daarbij hoort. Over de stappen in het erfelijkheidstraject. Het kon me even niets schelen.
Ik keek naar buiten. Het zonnetje scheen, de lucht was blauw. Wat een mooie dag............

Roof pakte haar vragenlijstje: Ik had deze week een oproep gehad voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Moest ik dat wel of niet doen. We kregen een ja.
Ik vertelde over mijn platte borst. Dat sommige delen heel vervelend aanvoelen, eigenlijk zelfs helemaal niet voelen.
Ik vertelde over het opstaan uit bed, over de vreemde pijnen.
En ik vertelde over de steken. Ik had dezelfde steken als met BarbaBella.
Dr. TT noemde dat fantoompijn. Ik schaamde me even. Ooit raakte ik met een totaal onbekende in een kroeg aan de praat. Hij dronk bier. Hij vertelde over zijn fantoompijn. Ik knikte aandachtig terug naar die onbekende in de kroeg en dacht alleen maar: "Wat een onzin...... ".
Fantoompijn, het bestaat. En ik kan het weten.

Dr. TT wilde even kijken. Blouse en BHtje open. Ervaren klikte ik de zes haakjes open. Hij keek ernaar, drukte erop en wilde vocht weghalen. Liggen, spuit erin. Ik voelde er werkelijk niets van. Er kwamen 3 buisjes uit. 70 cl. bloed en wondvocht armer. Dat zou vast weer een fraaier zicht geven voor de spiegel. Dr. TT keek nog een keer naar de wond. Technisch zag het er heel goed uit, concludeerde hij. Ik kon een glimlach niet onderdrukken. Technisch............. grappig. Technisch zag het er goed uit.

Roof vertelde Dr. TT over mijn blog. Ik waarschuwde hem dat het nog langer lezen was dan de hele operatie. Hij was benieuwd.
Met een hand en een lach namen we afscheid. "Tot volgende week, dan wil ik nog een keer naar de wond kijken. Goed weekend dames, ga er lekker van genieten".

Op het ziekenhuisplein omhelsden we elkaar. Wat een mooie dag. In de auto terug naar huis waren de rollen omgedraaid. Mijn hand op Roof's been. Alle spanning kwam er bij haar uit.
Zo ook bij Grote zus, waar we het eerst naar toe reden.
Er werd gebeld, er werd gesmst. Iedereen was blij. Opgelucht.

Een lunch bij Café Bommel hadden we saampjes wel verdiend. Nog ietwat dromerig van alle emoties zette Roof me vlakbij de markt af. Paskal Jacobsen en zijn vrouw liepen me voorbij.
Ze knikten naar me. Ik knikte terug en dacht met een lach: zo wreed is oktober eigenlijk niet!
Bird


dinsdag 14 oktober 2008

Vrijdag

Het is dinsdagochtend 14 oktober.
Afgelopen vrijdag kwam ik na twee dagen ziekenhuis weer thuis. Met 't koffertje, maar zonder rechterborst. Komende vrijdag krijgen we de uitslag van de weggenomen poortwachtersklier in mijn oksel: uitzaaiingen of niet.
Was het maar vast vrijdag:

Vorige week woensdag was het zover en reden Roof en ik rond 8.00 uur naar het ziekenhuis. Koffertje op de achterbank. Roof met één hand aan het stuur, de andere op mijn been.
Er heerste een gezonde wedstrijdspanning.

"Mevrouw Vogel, afdeling Oost 3, u kunt zich daar melden". Zuster El, die ik al eerder had ontmoet, wachtte ons op. Mijn bed stond op kamer 307. Aan het raam. Roof pakte mijn koffertje uit en prikte de eerste kaart al op het prikbord. Ik was nog geen tien minuten binnen toen de eerste bos bloemen werd bezorgd. Het moest niet gekker worden.

Eerst naar de afdeling nucleair, waarbij ik de gedachte aan kernwapens niet kon rijmen met de vriendelijke gezichten van broeders en zusters die blauwe handschoenen en monddoekjes droegen. Met alleen een broek aan lag ik op een bed. Roof keek toe hoe ik drie spuiten in mijn borst kreeg. Zij rilde, ik niet. Dokter TT kwam me nog even dag zeggen. Hij had een Pink Ribbon op z'n witte doktersjas, voelde aan BarbaBella en zei: "Tot strakjes".

Het radioactieve spul had twee uur nodig om zich een weg naar de poortwachtersklier te banen. Over twee uurtjes, precies om elf uur, moest ik terug zijn bij de blauwe handschoenen.
De wedstrijdspanning nam toe. Het wachten deden we in de koffieshop van het ziekenhuis. Roof bestelde een cappucino. Ik moest nuchter blijven. Het liefst had ze er een glimmende appelflap bij genomen, maar deed het niet.
Ik vroeg me af of de mensen die binnen kwamen en ons goeiedag knikten konden zien dat ik radioactief was. Volgens Roof was dat niet zo. Radio misschien wel, maar actief niet.

Om elf uur meldden we ons. Een blauwe handschoen leidde me naar zuster B. die me in een tunnel schoof. Twee maal tien minuten stil liggen. Eén keer op mijn zij en één keer met mijn arm in de lucht. Zuster B. keek ondertussen naar de schermen en wist te melden dat mijn klieren keurig oplichtten. Het maakte het stilliggen er niet makkelijker op.

Eenmaal terug op kamer 307 deed zuster El de deur dicht. De puntjes werden nog even op de i gezet. In vogelvlucht vertelde ze ons hoe alles na de operatie zou gaan. Uitslaapkamer, de drain, het ophalen, infuus, misselijk en slapen. Zuster El vond het een goed idee om vooraf alvast mijn nieuwe, tijdelijke, BH aan te meten. Eentje met een voorsluiting, waarbij je aan de binnenkant watten kunt plaatsen, daar waar de borst weg is. De latere silicone prothese mag de eerste weken niet op de wond en tot die tijd kreeg ik deze. All inclusive.
Als je sportbh's gewend bent, die je over je hoofd aan- en uittrekt was dit kanten topje zowaar sexy. Wauw!
Ze vroeg om mijn maat. Ik grapte "75 D", maar herstelde met "120 AA". Roof keek me boos aan. Geen grapjes nu......... Zuster El wilde een L proberen. In één keer goed. Ze had het vaker gedaan, BHtjes aanmeten. Ik deed hem wat onwennig af. De voorsluiting met 6 haakjes was totaal nieuw. Ik deed hem af en realiseerde me dat ik voor de laatste keer mijn twee eigen buusten zag.

Plasje doen, operatiehemd aan, onderbroekje mocht ik aanhouden en het bed in. Ik kreeg een slaappil om rustig te blijven. Ze lieten ons alleen. We fluisterden lieve woordjes naar elkaar, droogden elkaars tranen af. Om tien voor één kwam de zuster zeggen dat ik over vijf minuutjes opgehaald werd. Nog een laatste blik onder het operatiehemd, Roof gaf er een zoen op. Ze zou altijd van me blijven houden. Ze was sterk. Kuste me op mijn mond, toen op mijn voorhoofd. Ze liep mee tot aan de OK, kneep voor de klapdeuren nog één keer in mijn hand en fluisterde als laatste: "Zet um op, Mingie".

Mannen en vrouwen in groene pakken. Grote lampen. Apparatuur, slangen en piepjes. Dokter Harold, die ik kende van vroeger, legde me alles uit, prikte een infuus en legde me op de operatietafel. Nog meer lampen, pratende collega's en toen het bekende kapje. Na vier keer inademen hoorde ik een stem zeggen: "Adem maar eens even lekker diep in". En weg was ik.....

Terwijl ik in de uitslaapkamer lag werd Roof door dokter TT gebeld: "Alles was goed gegaan, de operatie was gelukt, de poortwachtersklier gevonden en weggenomen. Ik kom vanavond nog even kijken, misschien zie ik u nog, sterkte".

Ondertussen ontwaakte ik langzaam. Hoorde stemmen en wilde maar één ding weten. Hoeveel drains..... Ik wist: Bij één drain was de poortwachtersklier gevonden, weggehaald en werd dat kleine sneetje in mijn oksel keurig gehecht. De enige drain zou uit mijn platte borst komen.
Twee drains betekende: Alle okselklieren waren weggenomen. Of omdat de poortwachter niet gevonden was, of omdat Dr. TT meteen al zag: Foute boel..........
Half slapend fluisterde ik: "Hoeveel drains? Hoeveel drains?" Ergens bonste het getal twee. Ik begon te huilen, raakte in paniek. Voelde een nieuwe prik en zag zuster El. Ik begon harder te huilen. "Ik heb twee drains". Ik hoorde Zuster El informeren. Onduidelijkheid. Ze zocht naar de drains. Weer vroeg ze iets aan haar collega's van de OK. Ik bleef huilen. Nieuwe gezichten boven mijn hoofd. Groene pakken. Weer iemand die ik kende van vroeger. Zuster El stelde me gerust. "Je hebt twee drains, maar ze komen allebei uit je wond. Dr. TT heeft alleen de poortwachtersklier weggenomen. Probeer maar weer rustig te worden".

Rond vijf uur werd ik dromerig mijn kamer ingereden. Zag de vertrouwde glimlach van Roof en voelde een zachte kus op mijn voorhoofd. Grote zus stak haar hoofd om het gordijn, een trotse knipoog en een "ga maar weer lekker slapen". Ik zag nog net een clowntje op een stokje, een nieuwe bos bloemen en een traan bij Roof. Ik dommelde weg.

Blijkbaar heb ik meerdere malen mijn ogen open gedaan en Roof gezegd dat ze beter naar huis kon gaan om leuke dingen te doen. Net of ze daar zin in had........
Ik hoorde het woord morfine en liet slaperig weten dat ik dat niet wilde. Was net een week van het roken af. Ik bleek zo slaperig te zijn omdat ik morfine had gekregen in de uitslaapzaal na mijn paniek rond de drains.
Inmiddels was ook zwager sportmaat aangeschoven. Grote broer en schoonzus gaven me een kus. Schoonzus M en zwager kwamen binnen. Ze fluisterden met elkaar en lieten me slapen. Ze losten elkaar af. Ik vond ze lief, ik wilde dat graag zeggen en beetje bij beetje kwam ik uit de narcose.

Toen Roof en ik met z'n tweetjes achterbleven in kamer 307 en alle familie me weltrusten had gekust werd de postoel binnengereden. Door twee zusters werd ik erop gezet. Roof schoof mijn onderbroekje naar beneden. Ik zag voor het eerst de infuuspaal.
Op mijn bed lagen twee plastic flessen. Er zat bloed in. Mijn bloed. De drains kwamen erin uit. Roof legde alles uit, wreef over mijn benen. Ik rilde van de kou. Het plassen lukte niet. Ik begon te persen en in no-time stroomde één fles vol met bloed. Lichte paniek. Roof riep de zusters. Nieuwe fles. Ik durfde niet meer te plassen. Terug in mijn bed viel ik als een blok in slaap.

De nachtzuster kwam om het uur mijn bloeddruk meten, temperatuur opnemen, flessen controleren en het infuus regelen. Dromerig lachte ik haar toe en sliep rustig op mijn rug verder. Om twee uur was ik wakker. Klaarwakker. Ik moest plassen. Heel erg plassen. Dacht aan de flessen met bloed en besloot het op te houden. Slapen lukte niet meer. Mijn blaas deed zeer.
Ik kon niet anders dan op mijn rug liggen en hopen dat de plas vanzelf weg zou gaan.
Om me niet teveel te focussen op mijn blaas keek ik in de schemering van kamer 307 naar beneden. Zag ik mijn operatiehemd en zag ik witte stukken verband op een platte borst. Ik keek er lang naar, de blaas werd er alleen niet leger van. Om zes uur durfde ik op het knopje te drukken. Nachtzuster hielp me. Drie kwartier zat ik op de postoel. Druppeltje bij druppeltje liep mijn blaas leeg en vulde de fles zich niet met bloed. Eenmaal terug op mijn bedje sliep ik als een os en werd ik gewekt door een nieuwe stem:
"Uw ontbijtje..........".

Ik werd gewassen. Met links kamde ik mijn haar. Zuster El deed mijn nieuwe pyama aan. Zelf poetste ik mijn tanden. Voelde me een stuk fijner. Om tien uur zou de dokter komen. Tevreden zat ik voor het eerst rechtop in bed. De flessen waren inmiddels vertrouwd. Net als de infuuspaal. Iets minder vertrouwd was het beeld als ik naar beneden keek. Links de verhoging van mijn borst. Rechts bleef tot aan mijn vetrollen alles plat. Gek gezicht. Dokter TT zou er vandaag niet zijn. Ik hoorde de naam van Dr. Hak vallen. Dr. TT bleek gisteravond nog even te zijn geweest. Ik geloofde het meteen, maar kon me er niets van herinneren.

Dokter Hak vond het nodig om mij te begroeten met de woorden: "Zo, dus u leest de sensatiekrant van Zeeland". De morfine was uitgewerkt. Ik beet meteen terug: "Goedemorge dokter, goed dat u meteen uw mening ventileert". Hij vroeg me hoe ik me voelde.
Cynisch zei ik: "Prima".
Prima............... dan mocht ik naar huis. Draintjes mee en ik kon weg. Overrompeld bleef ik achter. Eén minuut later was hij terug. Zuster El was er bij en keek streng. "Sorry", zei dokter Hak. "Je moet toch nog even blijven. Morgen komt Dr. TT. Hij zal, als alles goed gaat, het verband eraf halen en de drains verwijderen. Probeer maar goed uit te rusten, af en toe je bed uit. Sterkte". En weg waren ze. Glunderend las ik verder in de PZC. Niet omdat ik langer moest blijven, maar omdat ik met 1-0 had gewonnen.

De rest van de dag was vreemd. Gelaten lag ik in mijn bed. Inmiddels mocht ik zelf naar de wc lopen, samen met mijn flessen. Net ver genoeg. Mijn tijdschriftjes liet ik liggen. Had zelfs geen zin in de nieuwste cd van Blof. Ik zat in bed. Keek af en toe eens naar beneden en weer voor me uit. Buiten scheen de zon. Ik had reuzehonger, maar aan niemand doorgegeven dat ik geen vlees eet. Onder het deksel lag een varkensschnitzel, groente met spekjes en gebakken aardappelen. Yogurt met perzik en een paar aardappelen bleek helemaal niet zo'n slechte combinatie.

Roof wandelde om twee uur binnen. Ze had een hele appeltaart voor me meegebracht. Gevulde koeken en chocolade. Roof had ook mijn eigen kussens mee. Dat lag inderdaad een stuk lekkerder. De rest van de dag liep het bezoek af en aan. Grote zus en zwager sportmaat. Grote broer en An, mijn jongste nichtje. Iels met haar man. Broer en broer van Roof wipten samen even binnen. Zij hadden de strandhokjes afgebroken. Broer en broer vertelden erover, maar keken naar de gang, waar de zusters liepen. Ik bleef liggen waar ik lag en vertelde alles wat ik tot nog toe had meegemaakt. Roof schudde af en toe mijn kussens op, gaf me een nieuw stuk chocola en wreef over mijn hand. Om tien uur kuste ze me weltrusten. Slaap lekker, slaap zacht. En dat deed ik...........

Om half acht stond Dr. TT voor me. Hij zag er ineens heel anders uit. Net een ambtenaar. Geen witte doktersjas, maar een tas om zijn nek. Op weg naar zijn werk. Hij vroeg me hoe het was en vertelde me dat hij om tien uur terug zou komen. Hij zou de drains eruit halen en het verband verwijderen. Ik belde meteen naar Roof. Slaperig nam ze op...........

Plassen, wassen en eten. Roof was er al om half tien. Klokslag tien uur kwam Dr. TT binnen.
De gordijnen gingen dicht. Het verband eraf, de drains eruit. Ik gaf geen kik, maar toch vloeide de eerste traan. Hij vertelde over de operatie. Dat hij tevreden was, dat het een verticale snee was geworden en dat we volgende week vrijdag om tien uur bij hem mochten komen voor de uitslag. Ik had nog niet naar beneden gekeken. Roof gaf me een knipoog. Het verband was er nu helemaal af.
Dr. TT was tevreden, de nieuwe zuster had al veel wonden gezien, maar deze was keurig, Roof keek naar me. Eerst naar de wond, toen naar mij. Haar ogen en mond vormden een lieve glimlach. Ze vond het mooi. Nu ik nog..........
Ik keek naar beneden. Zag een streepje, zag een wond, zag eigenlijk niks. Ik keek naar links en zag mij vertrouwde borst. Dit was raar. Een volgende traan rolde over mijn wang.
Dr. TT pakte mijn voeten, kneep er zachtjes in, noemde me een dappere held en ik begon nog harder te huilen. Drie stemmen die zeiden: "huil maar". Dr. TT verzekerde me dat ik deze week nog wel vaker moest huilen. Dr. TT verzekerde ons ook dat het beter was om niet teveel na te denken over de uitslag. Hij wist hem niet, wij wisten hem niet en mochten de uitslag vooral niet zelf gaan invullen. Voordat hij wegging vroeg hij aan Roof hoe het met haar ging.
Dr. TT was een kei. Hij zei ons dag. "Tot vrijdag".

De nieuwe zuster haalde een spiegel. Roof sloeg haar arm om me heen. Ze fluisterde dat ik de allermooiste was. Met tranen op mijn wangen stond ik voor de spiegel en zag ik alles pas goed. De wond, de gaatjes van de drains, de hechtingen in mijn oksel. De zuster praatten met ons, was lief, begripvol en hielp me met mijn nieuwe BH. Met watten werd de rechterkant opgevuld. Beetje meer, beetje naar boven, beetje eraf, beetje naar links.

Roof pakte het koffertje weer in, haalde alle bloemen uit de vazen, deed mijn schoenen aan. Pakten mijn kussens van het bed. We bedankten de zusters met een grote pot vol snoep.
Ik had er een gemeende kaart aan gehangen. Tijdens hun rondes moest ik mijn pijn een cijfer geven. Ik gaf steeds een één. De zusters en broeders van Oost 3 kregen een tien!

Eenmaal thuis pakte Roof het koffertje uit. Ik mocht niets doen. Ik mocht alleen kaarten lezen, bloemen bekijken, mailtjes lezen. Er kwam visite, er kwamen nog meer bloemen. Ik was moe. Aaide Sam en Fitz. Ik liet Grote zus de wond zien. Ze moest huilen. Niet omdat ze het niet mooi vond, maar omdat ze aan mama dacht. Ooit hadden we samen zo gestaan en naar haar wond gekeken.
De bel bleef gaan, de telefoon ook. Ik was weer thuis. Lekker. Visite, bloemen en koffie drinken. Ik lag op de bank, liet me verwennen. Het was snel avond. Paul de Leeuw en de Lama's konden mij niet aan het lachen maken. Te moe........

Het ritueel dat je al jaren samen hebt wanneer je gaat slapen was ineens anders. Tandenpoetsen en handen wassen voor de spiegel, kleren uittrekken, BH over de stoel gooien en in je onderbroek in bed gaan liggen. Ineens was het minder vanzelfsprekend. Kijkend naar elkaar vielen we in slaap.

De volgende ochtend in bad. Ook dat was raar. Roof waste me. Afdrogen was raar. Tandenpoesten voor de spiegel was raar. Heel die dag was raar. Prachtig weer, maar ik mocht niet op mijn fiets stappen. Heerlijk weer, maar we zaten in de auto. Zonnebril op, over de B-wegen van Walcheren. Thuis was er weer visite en waren er nog meer bloemen.
Allemaal voor mij. Raar.

Zondagavond hebben we heel lang voor de spiegel gestaan. Roof en ik. Samen hebben we gehuild, gesnikt. Niet omdat het niet mooi zou zijn. Niet omdat mijn borst eraf is.
Zondagavond hebben we allebei ontzettend hard gehuild. Gewoon............. omdat het werkelijk allemaal zo onwerkelijk is. Omdat het allemaal zo snel gaat. De film duurt voort. Eén borst, één wond. Huilend vielen we in slaap.

De spanning neemt toe. Vrijdag.......... was het maar vrijdag.
Geen uitzaaiingen betekent: chemokuren, hormoontabletten en het erfelijkheidstraject doorlopen. Geen leuk vooruitzicht, maar te doen. Na die tijd kunnen we weer verder.
Wat het betekent als Dr. TT zegt dat er wel uitzaaiingen zijn weten we eigenlijk niet.
In elk geval een nieuwe operatie, dan moeten toch alle okselklieren eruit. En dan? Weer wachten. Weer een uitslag. En dan? We weten het niet, we willen het ook niet weten.

Als ik nu naar beneden kijk zie ik weinig verschil. Het BH-tje doet het goed. Het blijft onwerkelijk en het gaat allemaal snel. Maar was het maar vrijdag. Het kan niet snel genoeg vrijdag zijn.

Het is nu dinsdagochtend. Roof is op haar werk. Ik zit thuis. De armoefeningen voor vandaag zijn gedaan, de fysiotherapie is geregeld. Straks weer even een wandelingetje over de bolwerken.
Ik voel me stukken beter. Op naar vrijdag!
Bird

maandag 6 oktober 2008

Oktober

Het is dinsdagavond 7 oktober. Afgelopen week is net als de vorige een vreemde geweest.
Dr. TT had gezegd: Genieten.......
Zelf had ik de opdracht iets uitgebreid: Genieten en zorgen dat je woensdag 8 oktober sterk aan de start verschijnt.
Genieten en zorgen dat je er woensdag 8 oktober klaar voor bent, niet alleen lichamelijk maar zeker ook geestelijk.

Het werd dus een week met een missie:

Roof kuste me iedere morgen wakker en ging met haar nieuwe tas naar haar werk.
Ik bleef achter. Ik zou gaan genieten. Dat lukte aardig. Sporten werd afgewisseld met een terrasje. Met lachen en lol. Met zee en strand. Met laat naar bed gaan en uitslapen.
Met mailen en smssen. Ik kreeg bezoek en maakte afspraken. Ik genoot.
Donderdag stond Iels op het progam.

Iels is mijn oude vriendinnetje. Vanaf de lagere school tot en met de diploma's op de SSGM waren we onafscheidelijk. Samen ontdekten we vriendjes, samen werden we pubers.
Samen hadden we een prachtjeugd. Na de Mavo gingen we allebei ons eigen weg.
Iels ging de verzorging in en werd verpleegster, ik koos voor de Zeeuwse Bibliotheek.
Iels trouwde en kreeg twee dochters. En zoals dat gaat met vriendinnetjes........ we zagen elkaar steeds minder en later zelfs nooit meer.
Maar zoals dat ook gaat met vriendinnen: met verjaardagen een kaart en de kerst is niet compleet wanneer de kerstgroet van Iels en haar gezin ontbreekt.

Iels stond op ons antwoordapparaat. Iels heeft ook borstkanker. Is 5 september geopereerd en kreeg gister haar eerste chemo.

We hadden dus heel wat te bespreken en spraken af op het terras van mijn stamcafé.
In een paar uur kwam onze hele jeugd voorbij. In een paar uur hebben we veel gelachen.
Slechts af en toe praatten we over kanker, pruiken en ziek worden. In een paar uur dronken we koffie, verse sju en aten we een tosti. Iels en ik, vriendinnen en nu ook lotgenoten.
We namen afscheid, maar niet voor lang.

Oktober blijkt de maand van de Borstkanker. Ziekenhuis Walcheren organiseerde een symposium. Voor patiënten en verpleegkundigen. Iels zou erheen gaan. Niet naar alles maar wel naar "Vervroegd in de overgang". Ook voor mij erg interessant, net zoals een lezing door een hoogleraar over Erfelijkheid. We zouden elkaar de volgende dag dus weer zien. Net vroeger.

De hele week heb ik dagelijks een uurtje aan sport gedaan. Heb aanzienlijk minder alcohol gedronken en ben zelfs gestopt met de sigaretjes die ik op een dag doe.
Roof zorgt goed voor me. Waakt over mijn fruit en verse groenten. Lichamelijk zat ik aardig op de goede weg. En daarnaast.......... ik genoot.

Lichaam en geest leek zelfs één te worden. Juist tijdens het sporten dacht ik na.
Juist tijdens het sporten ontspande ik en werd ik steeds bewuster van de dingen die komen gaan. Tranen kregen de vrije loop. Vooral in het zwembad kon dat geen kwaad.
Niemand die het zag. Tijdens het sporten kwam ik ook geestelijk steeds dichterbij.

Thuis genoot ik van de stofzuiger en het ramen zemen. Over een paar dagen zou mijn rechterarm even uitgeschakeld zijn. Een aangezien Roof heel veel goede kwaliteiten heeft, maar het huishouden daar niet bij zit, zat ik geen moment stil. De wasmand was leeg, de strijk constant weg, de badkamer spik en span. Ons paleisje blonk. Ik was dus tevreden, de missie leek te slagen.

Op vrijdag ging ik in pak naar het symposium. Alles was er roze. De Pink ribbon overheerste.
De lezing over erfelijkheid was iets te hoog gegrepen. Verpleegkundigen en doktoren knikten opmerkelijk vaak met hun hoofd. Ik keek in de rondte, zat naast Iels.
Het woord eierstokken viel en termen als BRCA en FEC. Het zei me werkelijk niets.
Net als vroeger lette Iels op en was ik bezig met het volgen van een vlieg. Na een uur was het tijd voor vragen. Ik had er geen......... wist niet wat er gezegd was.

Het volgende uur ging over vervroegd in de overgang komen.
Via een PowerPointpresentatie kwamen alle verschijnselen het beeld invliegen.
Mijn mond viel steeds verder open. Kreeg ik dit?

Een interview met iemand die 46 jaar was hield mijn mond wijd open: Ze had last gehad van gemiddeld dertig opvliegers per dag, was vijftien kilo zwaarder geworden en had geen zin meer in sex. Er kwamen tips voorbij en alle verschijnselen werden uitvoerig besproken. Gelukkig kreeg ik de vlieg weer in het vizier.

Plots hoorde ik applaus. De mevrouw kreeg bloemen, roze bloemen. Ik zat te duizelen op mijn stoel. Het enige dat ik had onthouden was het uitdelen van proefmonsters met glijmiddel zonder hormonen. Speciaal ontwikkeld voor vrouwen zoals ik. Met opengeslagen handen stond ik vooraan.

Er kwamen mensen naar me toe. Een dokter, verpleegsters, een lieve vrouw met een pruik. Iedereen wenste me sterkte. Er werd rondgegaan met wijn en hapjes. Ik nam alleen nog maar spa blauw........ Ik zag dokter TT, ik zag zuster Dennis. Iedereen knikte me toe, of kneep even in mijn arm. Oktober is de maand van de kanker, ik bleek niet alleen een filmster te zijn, ik was een coryfee. Een coryfee die zo snel mogelijk aan de bar van Café Bommel wilde aanschuiven. Wachten op Roof, proosten op het laatste weekend met twee tietjes.

Paul de Leeuw en de Lama's waren die avond degene die mij aan het lachen maakte. Moe van alle indrukken vielen we tegen elkaar aan in slaap.

Zaterdag stonden we in onze favoriete outdoorzaak in Breda. Mijn haar strak op een staart. Bij ieder mutsje wat ik opdeed knikte Roof instemmend. Bij een gele, een geblokte en zelfs een roze stak ze haar duim op. Alles stond me mooi. Da's Roof.........
We kochten sjaals, twee petten en twee mutsen.

's Avonds zaten we op de bank. Voetjes op tafel. Na slecht voetbal van PSV, met helaas wel een overwinning begon Roof met zappen. Zelfs de televisie kleurde roze. Oktober is de maand van de borstkanker. Chantal Janzen presenteerde een show. We vielen erin met de woorden: "Borstkanker is doodsoorzaak nummer één bij vrouwen". Het bleek Het Pink Ribbon Award Gala 2008. Beroemdheden werden afgewisseld met levensechte verhalen, vrouwen met borstkanker, met mooie muziek, met tranen, met de uitreiking van de prijs, met de winnaar, met nog meer tranen. Wat een week.......

Een week met een lach en een traan. Een week waarin we verwend werden. Ik kreeg de nieuwe cd van Blof, ik kreeg vers fruit. Flessen wijn, bloemen en nog meer bloemen. We kregen kaarten. Heel veel kaarten. Er zijn zo veel mensen die laten weten dat ze aan ons denken, dat ze er voor ons zijn, dat ze voor ons bidden. En ik kreeg reacties op deel één uit de strijd tegen BarbaBella, BirdBorst. Ongelofelijk lieve, mooie, onverwachte, anonieme, ontroerende, eerlijke reacties.
Via het blog, via de e-mail, via de post. Het voelt warm, het voelt goed. Wat een week........

Ik merk dat de emoties toenemen. Vanmiddag fietste ik met Grote zus naar het zwembad.
Voor de laatste keer met twee tietjes in mijn badpak. Vanavond voor de laatste keer pasta gegeten, voor de laatste keer. Voor de laatste keer naar Blof luisteren: "Oktober, oktober is de wreedste maand, oktober........" Vanavond gaan we vroeg naar bed, tenslotte wordt ook dat de laatste keer.

Het is nu dinsdagavond 7 oktober. Morgen is het zover. Om half 9 moeten we ons melden op afdeling Oost 3. Mijn koffertje met de vier wieltjes staat klaar. De pyama is gewassen, een nieuwe tandenborstel en een verse tube tandpasta zorgen ervoor dat de toilettas vol lijkt.
Om 9.00 uur volgt de scan en om 13.00 uur staat de operatie gepland.

Wat een week............. Missie geslaagd!
Klaar voor de start............ AF!
Bird