donderdag 30 juli 2009

Zomer

Het is juli, bijna augustus. De zon schijnt. Het is zomer. Het seizoen dat niet snel genoeg kon beginnen. Het seizoen waar we zolang op gewacht hebben. De zomer....
Van de zomer zou ik mezelf weer beter voelen, zouden de giftige chemo's uit mijn lichaam zijn verdwenen, zouden mijn haren weer gaan groeien. Zou ik weten of er nog meer operaties zouden volgen. Van de zomer zou ik weer aan werken kunnen denken. Van de zomer zou ik mijn sport weer op kunnen pakken. Van de zomer zouden we weer kunnen genieten. Een heel jaar lang hebben we gewacht op komende zomer, op deze zomer. Het is juli, bijna augustus. Het is Zomer, en hoe!
Toen de zomer begon betekende dat het einde van de kankerclub. Na het ontvangen van een heus certificaat als bewijs van deelname aan Herstel & Balans namen we afscheid van elkaar. Darmkanker, Schildklierkanker, Hodgkin en Borstkanker. Alles hadden we met elkaar gedeeld. Samen praten, samen sporten. Samen werden we sterker, we zagen elkaar groeien. Geestelijk, fysiek. Sommige sessies waren zwaar. Sommige sessies waren leuk. Na iedere sessie was er een uurtje sport. Tien weken trokken we intensief met elkaar op. Tien weken....... en allemaal werden we klaargestoomd voor het gewone leven. Tijdens de sportuurtjes hingen we aan gewichten, dronken we koffie en gooiden we over met ballen. Het winnaarsgevoel werd iedere week sterker. Iedere week ging ik even alleen naar buiten en liep ik hard. Eerst 5, toen 10 minuten en steeds wat meer. Mijn hartslagmeter gaf aan of ik verder mocht, al keek ik daar niet te veel op. Ik wilde zo graag. Twee keer in de week liep ik dus hard en na tien weken Herstel & Balans, toen we afscheid namen en elkaar "Tot 21 september" kusten, ons geplande terugkomuurtje, toen we elkaar bedankten voor alles, toen we elkaar een fijne zomer wensten, na dat afscheid fietste ik alleen naar de Boulevard. Nu ik toch in Vlissingen was wilde ik Michiel de Ruyter aantikken. Dat was mijn stiekeme einddoel van tien weken Herstel & Balans. Eind juni liep ik 30 minuutjes hard, heerlijk ontspannen over het enige mooie dat Vlissingen heeft: De Boulevard. Toen de zomer begon nam ik afscheid van mijn kankervrienden, nam ik afscheid van Herstel & Balans, toen de zomer begon, lachte ik hem toe. Mennnnnnn, wat voelde ik me goed.

Toen de zomer begon bleek ook hoe labiel ik nog was. Op een regenachtige ochtend snelde ik met Oranje Middelburgtas naar de AH. De Bonusfolder was binnen. Nooit heb ik gelet op aanbiedingen of reclamestunts, maar nu ik ziek was en ontspande met folders op de bank wist ik waar ik moest zijn. Het leek zelfs een ware hobby te worden, en dus meteen een sport tot grote ergernis van Roof die ineens geen appelmoes meer bij haar aardappels kreeg, doodgewoon omdat die niet in de aanbieding was.... Drijfnat stond ik in het gangpad met cosmetica, op zoek naar de juiste haargel. Nog nooit heb ik iets in mijn haar hoeven smeren. Een borstel en een hand erdoor is altijd voldoende geweest. Nu het groeit en de sporen van de chemo aan de buitenkant steeds minder zichtbaar zijn sta ik 's ochtends mijn korte koppie in te smeren en te kneden met allerlei gelletjes. Coupe WC-borstel is daarmee minder zichtbaar. Wetlook, DiamondGloss of SuperstrongSpray, onze wastafelkast puilt ermee uit. Drijfnat van de regen stond ik de etiketten te lezen, op zoek naar een nieuwe variant, toen een meisje naast me haar mobiel opnam: "Ja man, ik ben kankernat man, echt man, mijn haar is echt kankernat". Zoekend naar de juiste gel vloeiden er tranen en niet zomaar één. Het gesprek ging zo een tijdje door, ik kon me niet meer concentreren op wel of geen hydro-oxidanten, maar hoorde alleen maar kankernat. Toen ze demonstratief haar mobiel dichtklapte en voor de vijfde keer meldde hoe kankernat ze wel niet was sloeg er een stopje door: Met mijn handen in mijn zij, tranen op mijn wangen ging ik wijdbeens voor haar staan: "IK ben kankernat, JIJ niet. Geniet er maar van!" Thuis trok ik meteen mijn hardloopschoenen aan, mijn uitlaatklep. Het goot, maar wat gaf het, ik was toch al kankernat. Na het douchen keek ik in de spiegel, een wc-borstel op mijn hoofd, een tiet die er niet meer zit, opnieuw tranen. Iedere dag is daar die confrontatie en vaak gaat het goed. Iedere dag, maar soms even niet. Een beetje labiel dus, maar het was toen ook nog geen zomer, het regende.

Toen de zomer begon ging ik steeds makkelijker zwemmen. Ik borstcrawlde alsof ik het nieuwste zwempak droeg en na afloop dreef ik een paar minuten op mijn rug. Pure ontspanning. Totdat er een man naar me toe kwam, een man die net als ik vaak zwemt. Hij wilde me uitleggen hoe ik beter kon worden. En beter worden is altijd goed. Ik luisterde dus en keek hoe hij zijn wijze lessen in praktijk bracht. Ik probeerde het zelf. Hij leek tevreden, maar vond mijn rechterarm ten opzichte van mijn linker erg zwak. Op een bankje in het zwembad, in mijn inmiddels redelijk passende Adidasbadpak legde ik uit hoe het kwam. "Rechts meneer, ben ik acht maanden geleden geopereerd. Mijn borst is eraf en wat klieren in mijn rechteroksel. Kijk maar.... Met rechts moet ik dus goed oefenen, maar het zal nog even duren voordat rechts net zo sterk is als links. En weet u meneer, het feit dat ik hier wekelijks een paar keer kom en zwem maakt mij zo ontzettend gelukkig....... " Een traan met een lach erdoor heen. Daar op dat bankje, mijn nieuwe zwemvriend naast me, besefte ik weer eens goed hoe fijn het was om speler te zijn van het leven, om geen wissel te zitten op de bank. Ziek van de chemo's, ziek van de angst. Samen zwommen we nog een paar baantjes, mijn zwemvriend en ik. Mijn rechterarm mocht dan minder sterk zijn, ik zwom hem er wel uit ;)

De zomer betekende ook uitslag van het erfelijkheidsonderzoek. De post werd nauwlettend in de gaten gehouden. Het was wachten op de envelop met het logo van het Erasmusziekenhuis.En op een zomerse middag, toen ik het laatste hoofdstuk las in het boek van Sophie van der Stap ging mijn mobiel af: "Hoi lief, met mij, hij is er, de envelop en ik heb hem opgemaakt. We moeten binnenkort naar Rotterdam, maar de uitslag staat al in de brief. Zal ik 'm voorlezen?" "Doe maar schat, ik ben er klaar voor." "Waar zit je?" "Nu alleen aan de waterkant, dus lees maar voor". "Kijk maar even naar boven, naar je moedertje, je hebt inderdaad alleen het goede van haar gekregen. Geen BRCA 1 en geen BRCA2..... Ben je er nog?" "Ja schat, ik ben er nog...." "Ben je niet blij? Je zegt niets.... " "Ik moet het even verwerken Peet." "Had ik het niet moeten zeggen? Had ik moeten wachten tot je thuis was? Zal ik naar je toe komen?" "Nee Peet, het gaat wel weer, ik laat het even op me inwerken en zie je straks". "Oké, ik hou van je". "En ik van jou, lieve Roof". En daar zat ik dan aan de zee, kijkend naar boven, hand op mijn tatoeage, waarin de initialen van Annie en Albert Vogel voor eeuwig verenigd zijn. Geen gen. Geen nieuwe operatie, geen erfelijke belasting. Het duurde even voor ik echt besefte wat Roof had gezegd. Eigenlijk duurde het drie weken. Het duurde net zolang totdat we tegenover Dr. Kersenboom in de Erasmuskliniek zaten. Tot die tijd was ik niet blij geweest met de uitslag. Eigenlijk had ik misschien wel gehoopt dat ik de kanker had gekregen van mijn moeder. Dat klinkt hoogstwaarschijnlijk heel vreemd, iedereen moet nu denken dat ik ronduit gek ben geworden, maar ik had het gehoopt. Dan had ik een oorzaak gehad. Dan was er een oorzaak geweest voor mijn kanker. Dan wist ik hoe het was gekomen. Dan zouden de artsen een beslissing nemen om mijn eierstokken eruit te halen, dan was er nooit meer angst voor die kankersoort. Aan het begin van de zomer zaten we tegenover Dr. Kersenboom. Bakje koffie erbij. Hij lachte me toe en vroeg of ik alles had begrepen wat er in de brief stond. Ik vertelde hem dat ik niet blij was, het waarom ervan. Hij bleef me lachend aankijken en even dacht ik dat hij me ronduit uitlachte, maar niets leek minder waar. Hij vertelde, hij wachtte, hij legde uit, hij wachtte, kijkend of we het allemaal begrepen. Bij Roof ging dat goed, ik zag haar knikken. Bij mij ging dat, zoals gewoonlijk, minder goed. Zodra het moeilijk wordt is mijn aandacht vertrokken. En de materie van erfelijkheid is moeilijk. Zo moeilijk dat zelfs Roof een paar keer vroeg of ze het goed begrepen had door het verhaal na te vertellen. Dr. Kersenboom knikte. Roof snapte het. Mooi. Ik telde inmiddels de vierkantjes in de ramen. Ook heel belangrijk. Dr. Kerseboom bleef proberen en praatte richting mij, maar had eindelijk in de gaten dat het tevergeefse moeite was. "Dokter, straks, als we in de auto naar het mooie Zeeland rijden, dan legt Roof mij alles uit. Geen probleem. Dan snap ik het, echt", maar hij ging er niet aan en richtte zich weer tot mij. "Geen BRCA1 en geen BRCA2, maar gezien de opbouw van kanker in uw familie wel een erfelijke component, voor de wetenschap nu nog onbekend, maar vooralsnog geen reden om uw eierstokken te laten verwijderen". En nu lachte ik, eindelijk, want dit is wat ik wilde horen: Een oorzaak voor mijn kanker, een erfelijke component, maar geen reden tot een nieuwe operatie. "Dank u wel Dr. Kersenboom, dank u wel". Hij ging staan en gaf ons een stevige handdruk: "Tot ziens dames." "Tot ziens, Dr. Kersenboom. Bedankt voor uw geduld, bedankt voor uw uitleg". Drie weken was ik niet blij geweest, maar toen we terugreden naar Zeeland, de zon ons verwarmde, Roofs hand op mijn been, rolden er vreugdetranen over mijn gezicht. De zomer kon beginnen.......

Op 9 juni maakte ik mijn rentree in de Zeeuwse Bibliotheek. Ietwat gespannen fietste ik naast schoonzus M de vertrouwde route. Een traantje bij het inklokken. Acht maanden en vierentwintig dagen had ik mijn sleutels niet gebruikt. Met open armen werd ik ontvangen. Er waren slingers, er was taart, er waren bloemen, er was een rode roos. "Welkom terug" en welkom voelde ik me. De eerste dagen waren wat onwennig. Werken was er niet bij. Koffie drinken wel. Opvlieger na opvlieger, want décafé komt helaas (nog) niet uit de machines. De eerste weken was het alleen maar koffie, waren het alleen maar bedankjes aan allen die me een kaart gestuurd hebben, aan allen die met ons meegeleefd hebben. Na zo'n ochtendje van drie uur koffie drinken en af en toe wat doen was ik op van vermoeidheid, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik was er weer, ik hoorde er weer bij, ik ging weer naar mijn werk. Inmiddels zijn we bijna twee maanden verder. De Arbo-arts houdt me streng onder controle en voert mijn werkuren geleidelijk op. Langzaam aan pak ik weer stukjes eigen werk op en zo rol ik er lekker in. Soms wordt het even te veel en trek ik me terug in mijn kamertje. Soms ben ik thuis gebroken en soms heb ik nog energie over en fiets ik door naar Dishoek, naar ons strand waar ik ontspan en geniet van alles om me heen.

In de tussentijd ben ik twee maal op controle geweest bij Dr. TT. De eerste keer was het spannend. In een kamertje zaten we te wachten op Dr. TT die ik alleen nog vlak na de operatie had gezien. Beetje gespannen. Dr. TT vroeg en voelde. Dr. TT had een co-assistente bij, een Amsterdamse schone. Of ze ook even mocht voelen, maar natuurlijk.... Het blijft een gek gevoel. De plek waar mijn borst zat voelt nog steeds als verdoofd. Het blijft dus gek als je een hand ziet bewegen, maar het niet voelt. De Amsterdamse bedankte me netjes dat ze aan mijn borst en mijn platte plek mocht voelen. Weer een rare ervaring. Dr. TT was streng. Begreep dat ik meer deed aan lichamelijke inspanning dan een gemiddelde patiënt. Ietwat streng sprak hij me aan. Roof vond het allang best, want naar hem zou ik waarschijnlijk wel luisteren. Dr. TT maakte me erop attent dat ik vaker mijn rust moest pakken. Werken, hardlopen, zwemmen, hij vond het wat veel voor iemand die een borstamputatie had gehad in combinatie met chemokuren. Dr. TT wilde me daarom over zes weken terug zien. Alarmbellen gingen rinkelen. Had hij iets gevoeld, zat er nu al iets dat er niet hoorde. BarbaBientje misschien? "Zes weken dokter?" "Ja, over zes weken wil ik je even terugzien" "Waarom over zes weken, iedere andere patiënt moet over drie maanden terugkomen." "Omdat ik je wil helpen bij je herstel en blijkbaar kun je dat niet goed alleen". 1-0 voor dokter TT. Tot over zes weken......

Die zes weken zijn inmiddels voorbij. Dr. TT heeft weer gekeken, heeft weer gevoeld. Dr. TT is tevreden. Was weliswaar weer streng, maar van hem kan ik het hebben. Van hem kan ik eigenlijk alles hebben. Verliefd is niet het juiste woord, maar Dr. TT doet me wel wat. Of ik zelf een afspraak met zijn assistent wilde maken. "Beslis zelf maar wanneer je me weer wilt zien". "Oké Dokter, tot morgen dan". Een lach en een stevige handdruk. Het wordt oktober dan zien we elkaar weer. Dan is alles een jaar geleden en is het tijd voor een nieuwe pasfoto, de zogenaamde mammografie. Maar eerst, zo zei dr. TT, eerst maar eens lekker genieten van de zomer. Zo is het dr. TT, zo is het. Genieten van de zomer.

De zomer betekent ieder jaar de toeristenkerk in Dishoek. Normaal stal ik mijn fiets naast Maria en luister ik in mijn hardloopkleren naar de preek, wetende dat ik een half uur later met zwager sportmaat door de duinen ren gevolgd door koffie met een koekje bij Duinlust. De kerk in Dishoek behoort tot mijn favoriet. Geen misselijke opmerkingen van de paus, maar gezellige Pastors die het fijn vinden om deels in het Duits de dienst te leiden met de hulp van tal van vrijwilligers en leuke koren uit het hele land. Nu was het begin van de zomer niet normaal en was hardlopen in Dishoek nog geen optie. Ik zat dus in de kerk, luisterde naar de preek, hoorde de vogeltjes fluiten, zag de zon af en toe doorbreken en bad dat alles gauw weer normaal mocht zijn. Soms kan de Pastor me boeien, soms ook helemaal niet. Soms laat ik een traan, soms luister ik echt alleen naar de wind. Deze zomer begon met een preek die ik nooit meer vergeet. De Pastor eindigde met: "Laten we bidden dat het vertrouwen het mag winnen van de angst". En dat doe ik, dat doen we..... Afgelopen zondag liep ik met zwager sportmaat en Roof een rondje in Dishoek. Wat een overwinning, wat een machtig gevoel. Een nieuwe mijlpaal, na bijna een jaar liep ik weer samen met zwager sportmaat hard in mijn sporttenue van de sponsor: Café Bommel en zelfs de fietsende jongetjes die net iets te hard tegen elkaar zeiden: "Eh...... die heeft maar één tiet", deerde me niets. Ik liep hard in Dishoek, wat een weelde.

De zomer is begonnen. Ik werk weer, ik sport weer. De zomer is begonnen en we maakten een wandeling door Oranje Zon. Waar was de tijd gebleven dat we iedere week voor aanvang van de chemo in alle vroegte op zondagochtend door een koud bos liepen, Northfacepetje op mijn kale kop, heel veel kilo's zwaarder. Ziek, zwak en misselijk. Nu scheen de zon, zagen we jonge herten dartelen, wat een ander gezicht. Wat prachtig.

De zomer is begonnen. De fles shampoo waar doodleuk opstaat: Voor lang, glanzend haar gebruik ik weer dagelijks. Mijn haren groeien, mijn kilo's nemen nog steeds af. De tussenstand is nu min twaalf. De bezoekjes aan de diëtiste helpen. Nog vier te gaan. De zomer is begonnen. Ik pas weer in mijn bikini. Alhoewel het bovenstukje een lastig pakket blijft. Regelmatig seint Roof vanachter haar zonnebril dat ik het één en ander recht moet trekken. De zomer is begonnen. Heerlijk.

Niet één zomer heb ik zo vaak bij de huisarts gezeten dan nu. De chemo en de hormoonpillen laten hun sporen op meerdere plaatsen in mijn lichaam na. Het vertrouwen is soms ver te zoeken. De vermoeidheid lijkt nog niet verdwenen en de plotselinge huilbuien die uit het niets opzetten maken me nog steeds labiel.

Vorige week keken Roof en ik dagelijks naar de beelden van de Nijmeegse 4-daagse. Roof heeft hem negen keer gelopen, ik vijf . Een prachtige belevenis, zeker de eerste keren dat mijn ouders samen langs de lijn stonden, zwaaiend met de Zeeuwse vlag. Ik zie ze nog zitten op een krukje in Bemmel om zeven uur in de ochtend. Ik zie nog haar zoekende ogen langs de kant bij Elst. Maar ik zie ze vooral nog staan toen ze in juli 2000 met haar korte koppie, net klaar met haar chemokuren op me stond te wachten in een megadruk Nijmegen. Gladiolen in haar hand. Tranen op haar wangen. Trots op haar jongste. Het is zomer en die beelden lijken nog mooier dan vroeger. Het is zomer, bijna vakantie. Bijna rijden we weer naar het Zuiden. Italië of misschien wordt het dit jaar wel Frankrijk. Het maakt niet uit. Als we maar samen zijn. Genieten van de zomer doen we toch wel......

Het is zomer, ik voel me goed, ik voel me sterk. Nog een paar maanden en het is een jaar geleden dat ons leven totaal op z'n kop stond. Nog een paar maanden en het is een jaar geleden dat de diagnose borstkanker een feit was met de nadruk op was.........

Over een paar maanden is het een jaar geleden, en dan, dan heb ik besloten dat het klaar moet zijn. Dan wil ik weer veertig uur werken, dan wil ik weer sporten als ooit, dan wil ik niet meer bang zijn, niet meer moe zijn. Dan wil ik niet meer naar dokters, niet meer in de rij staan bij de apotheek. Over een paar maanden wil ik weer lange haren hebben en terug zijn op mijn oude gewicht. Over een paar maanden heb ik een beslissing genomen of mijn verhaal een boek gaat worden, of ik mee ga dingen naar de PinkRibbonAward 2009. Over een paar maanden loop ik via een ware wildcard, die normaal alleen voor toppers is, de ladiesrun van Zoutelande. Dat is mijn definitieve einddoel. Over een paar maanden, als het een jaar geleden is, wil ik in tien kilometer bewijzen dat ik ook een topper ben........... en daarmee laat ik het meest onwerkelijke jaar uit mijn leven achter me. Over een paar maanden is het een jaar geleden en schrijf ik voor de laatste keer een post op dit blog. Over een paar maanden, maar eerst genieten van de zomer.

Ik wens iedereen de fijnste zomer ooit,

Bird